Volleybalblessure genezen of voorkomen?
Sport en bewegen leveren vooral een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. Een negatief aspect van sportbeoefening is het optreden van blessures. Jaarlijks lopen sporters in Nederland naar schatting 3,7 miljoen sportblessures op, waarvoor in 1,5 miljoen gevallen (39%) medische behandeling gezocht wordt.
Volleybal staat al jaren binnen de top tien van de sporten waarbij de meeste blessures opgelopen worden. Volgens recent Nederlands onderzoek bedraagt de kans op blessures bij volleybal 4,9 per 1000 uur.
Een persoon die 5 uren per week volleybal loopt dus risico op twee blessures per jaar. Deze hoeveelheid kan met goede aandacht van een fysiotherapeut bijzonder goed verlaagd worden.
Fysiotherapie Willems: Jouw therapeut bij volleybalblessures
Wil je weten wat Fysiotherapie Willems specifiek voor jouw volleybalblessures kan betekenen? Neem vrijblijvend contact op met onze therapeuten. Onze specialisten staan klaar om je te helpen.
Soorten blessures
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen plotseling ontstane blessures en blessures die geleidelijk aan ontstaan, ook wel overbelasting blessures. Bij plotselinge blessures is er sprake van een duidelijk herkenbaar moment van ontstaan zoals het verzwikking van de enkel. Bij overbelasting blessures is er sprake van een langere periode waarin de klacht zich presenteert. Daarbij is de oorzaak niet direct duidelijk en zal er geen herkenbaar moment van ontstaan zijn.
Verder kan er onderscheid gemaakt worden tussen acute en chronische blessures. Een blessure wordt chronisch genoemd indien de sporter 3 maanden of langer de klachten heeft. De ontstaanswijze hoeft hieraan niet mee te dragen. Voorbeeld: een plotselinge blessure zoals een enkelverzwikking kan chronische enkelinstabiliteit veroorzaken. Er is dan toch sprake van een chronische blessure.
Belangrijke risicofactoren
Risicofactoren zijn factoren die de kans op een blessure verhogen. Deze zijn in te delen in twee groepen: persoonlijke en externe risicofactoren.
Persoonlijke risicofactoren
- Verkeerde techniek
- Overgewicht
- Leeftijd
- Stress
Externe risicofactoren
- Contact met de tegenstander
- Contact met medespeler
- Bal- en netcontact
- Sportvloer
- Schoeisel
- Positie in het team
Meest voorkomende volleybalblessures
- Hand en Polsblessures: 35%
- Enkelblessures: 25%
- Knieblessures: 20%
Enkeldistorsie, ook wel verzwikking van de enkel, is naast de polsblessure de meest voorkomende blessure bij volleybal. Meestal ontstaat de blessure indien een speler op de voet van een andere speler of medespeler landt.
Door het veelvuldig springen en landen komen flinke krachten op de achillespees te staan. Hierdoor kan deze overbelast raken en pijn ontstaan.
Hand en pols
Voornamelijk bij het blokkeren van de bal ontstaan blessures aan de pols, hand of vingers. Ook ontstaan deze blessures bij het net of bij contact met mede- of tegenspelers.
Bij onderhands terugspelen wordt de bal aangenomen op de onderarmen. Bij herhaaldelijk fout aannemen worden de strekkers van de duim overbelast en dit kan tot irritatie of ontsteking van de pezen lijden.
Zweepslag
De zweepslag wordt ook wel spierscheuring, tennisbeen, kuitspierscheur of whiplash genoemd. Vaak is het de kuitspier, maar ook de dijbeenspieren en de biceps kunnen precies dezelfde blessure oplopen.
De zweepslag ontstaat plotseling, en je hebt het gevoel alsof je een trap tegen je kuit hebt gekregen. Behalve hevige pijn kan je ook niet meer op je tenen lopen. Bij een grotere spierscheur zie je soms een bloeduitstorting of voel je een uitsparing in de kuitspier.
Knie blessures
Een springerknie is overbelasting van de knieschijfpees. Evenals de achillespees blessure ontstaat de springersknie ook door het vele springen en landen.
Voorstekruisband letsels ontstaan meestal bij het (verkeerd) landen of bij snel wenden of keren. Ook komt deze blessure meer voor bij vrouwen dan bij mannen door de bouw.
Schouderblessures
Schouderinstabiliteit staat vaak in verband met een onjuiste opslag of smash. Voor een juiste opslag en smash is grote beweeglijkheid van de schouder een belangrijke factor. Hoe meer uitgehaald kan worden naar achteren, hoe krachtiger de opslag of smash. Echter, dit fenomeen kan ook tot schouderklachten lijden, indien er sprake is van teveel beweeglijkheid in het schoudergewricht.
Tijdens de service (in het bijzonder de float serve) komen forse trekkrachten te staan die voor schade aan de zenuw (nervus suprascapularis) kunnen zorgen. Verder is deze zenuw erg belangrijk voor de sturing van de schouderspieren. Die sturing kan ook verminderd zijn door schade aan de zenuw.
Hoe gaan we te werk om in kaart te brengen waar jij last van hebt?
Allereerst doen we een intake (anamnese). We willen namelijk alle informatie hebben met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van de klachten. De anamnese komt tot stand door je gerichte vragen te stellen. Denk bijvoorbeeld aan:
- Hoelang heb je al last?
- Zijn de klachten op één moment ontstaan of gedurende een langere tijd?
- Hoe is het verloop van de klacht?
- Wanneer heb je het meeste pijn?
- Heb je eerder klachten aan dit lichaamsdeel gehad?
Na de intake is het belangrijk om de standaard fysiotherapeutische diagnostische technieken toe te passen om een goed beeld te krijgen van de ernst, de beperkingen en de mogelijkheden. De fysiotherapeut beoordeeld allereerst uw algemene bewegelijkheid en houding. Daarna gaat hij verder met het lokale onderzoek van de spieren en de bewegelijkheid van de gewrichten. Dit wordt altijd aan beiden kanten uitgevoerd zodat er vergeleken kan worden. Denk aan:
- Mobiliteit
- Kracht
- Bewegingspatronen
- Functiestoornissen
Fysiotherapie Willems kan daarnaast gebruik maken van echografie, om een beeld te krijgen van de ‘zachte weefsels’. Hiermee kan er aan de binnenkant gekeken worden of er schade is omdat aan de buitenkant niet altijd alles zichtbaar of voelbaar is.
Hoe gaan we je behandelen zodat je klachten en pijn vrij wordt?
Fysiotherapie
Een fysiotherapeut kan ervoor zorgen dat de pijnklachten afnemen en helpt je met het beter laten functioneren van het bewegingsapparaat. Daarvoor heeft de fysiotherapeut verschillende behandelingen, oefeningen en hulpmiddelen.
Oefentherapie
Uit onderzoek blijkt dat oefentherapie kan bijdragen aan het herstel en het verminderen van pijnklachten. Oefentherapie kan gegeven worden door zowel een fysiotherapeut als een oefentherapeut.
Manuele therapie
Manuele therapie is een specialisatie van de fysiotherapie. In dit specialisme staat bewegingsvrijheid en mobiliteit centraal. De manueel therapeut beoordeelt alle gewrichten in samenhang en zoekt verbanden. Doordat de manueel therapeut je complete lichaam beoordeelt in plaats van slechts één onderdeel, kan hij een heldere analyse maken van wat er mankeert. De manueel therapeut kijkt dus verder dan je specifieke klacht.
Volleybal blessures voorkomen
Er is al veel onderzoek gedaan naar de risicofactoren die blessures veroorzaken. Deze risicofactoren dienen dus ook aangepakt te worden om zoveel mogelijk blessures te voorkomen.
Hierbij kan gedacht worden aan het dragen van een brace, preventief tapen, kniebeschermers, aandacht besteden en aanleren van de juiste techniek, reduceren overgewicht, juiste schoeisel en een goede warming-up.
9 belangrijke dingen die je kunt doen om volleybalblessures te voorkomen:
- Een goede warming-up (voorafgaand aan trainingen en wedstrijden).
- Spierversterkende oefeningen.
- Doelmatig en geleidelijk opbouwen van een training.
- Het verbeteren van volleybaltechniek en –vaardigheden.
- Het dragen van schoenen die passen bij jouw voeten en voetafwikkeling.
- Het dragen van een brace na een enkelverzwikking.
- Zorgen voor een veilige omgeving op en rondom het veld.
- Drink genoeg, zowel voor en na een training.
- Een goeie cooling-down is belangrijk voor herstel.